Gemeente geen vrijheid in het al dan niet bestemmen tot waterberging
Tegen het bestemmingsplan “Buitengebied” van de gemeente Valkenswaard hebben het Waterschap en het College van Gedeputeerde Staten beroep ingesteld tegen het verwijderen van de aanduiding ‘Waterberging’ op percelen aan de Luikerweg door de Gemeenteraad van Valkenswaard.
Het Waterschap en het College van Gedeputeerde Staten stelden dat de gemeenteraad gehouden is om de aanduiding Waterberging op een juiste wijze te vertalen in het bestemmingsplan, omdat er geen sprake is van een verzoek tot verwijdering van die aanduiding, dat vóór de vaststelling van het plan is ingewilligd. Alleen met voorafgaande instemming van het Waterschap en GS mocht die aanduiding worden verwijderd. Het verwijderen van de aanduiding ‘Waterberging’, brengt met zich mee dat het niet meer is toegestaan om de gronden te inunderen (onder water zetten van een gebied). Dat leidt tot vermindering van de waterbergingscapaciteit en noopt tot het treffen van dure maatregelen.
De Raad van Valkenswaard bracht daartegen in dat zij hebben besloten tot het verwijderen van de aanduiding naar aanleiding van een deugdelijke belangenafweging, waarbij zij meer waarde hebben gehecht aan de belangen van de ondernemers in dat gebied, dan aan die waterberging.
De Afdeling oordeelde dat de raad niet een zodanige vrijheid had om de aanduiding zonder instemming van het Waterschap en het College van GS te verwijderen. Dat is in strijd met de provinciale verordening, die ten tijde van het nemen van het besluit van kracht was. De gemeenteraad moet dit herstellen.
Tegen provinciale verordeningen is alleen inspraak mogelijk. Dat wil zeggen dat in een informele procedure bedenkingen tegen die verordeningen naar voren kunnen worden gebracht. Verder dan dat gaat de rechtsbescherming tegen die verordeningen niet.
De hele uitspraak leest u hier.