De omgevingswet

Op 18 juni 2014 is bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel van de Omgevingswet (Ow) ingediend. Het voorstel heeft tot doel om alle wet- en regelgeving, die betrekking hebben op het omgevingsrecht, te bundelen in één wet. Het omgevingsrecht laat zich beschrijven als het rechtsgebied dat betrekking heeft op menselijke activiteiten in relatie tot de leefomgeving.

Huidige situatie

Nu is het omgevingsrecht nog verspreid over verschillende wetten, zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer en Wet geluidhinder. In totaal zullen zo’n 26 wetten in de Omgevingswet opgaan. De Omgevingswet is nodig omdat de huidige wetgeving niet meer goed aansluit op de ontwikkelingen van deze tijd en de toekomst. Ook ziet de burger zich in de huidige situatie gesteld voor een wirwar van wettelijke regels en procedures, die bovendien in verschillende wetten zijn opgenomen. Met de Omgevingswet wordt gestreefd naar eenduidigheid in regels en procedures. De Omgevingswet moet dé wet worden waarin alle regels over de fysieke leefomgeving zijn gebundeld. De bedoeling is dat de burger voor alle wet- en regelgeving over de fysieke leefomgeving de Omgevingswet moet raadplegen. Omdat voor verschillende activiteiten vaak verschillende procedures gelden, is het voor het bevoegd gezag ook moeizaam om deze toch in onderlinge samenhang te beoordelen. Dat leidt ertoe dat het omgevingsrecht in de huidige situatie niet inzichtelijk genoeg is. Met de Omgevingswet kan daarnaast goed worden ingespeeld op de ontwikkelingen van deze tijd. De huidige wetgeving richt zich nog onvoldoende op de duurzame ontwikkeling. Ook is er nog te weinig aandacht voor regionale verschillen. Daarnaast biedt de huidige regeling niet genoeg ruimte voor maatwerk en zijn er onvoldoende mogelijkheden om reeds in een vroeg stadium in overleg te treden met de omgeving. Dat is wel gewenst met het oog op de bespoediging van procedures.

Doel

De Omgevingswet codificeert al het omgevingsrecht in één wet. Naast de inhoudelijke regels voor het omgevingsrecht, komt er een samenhangend stelsel van planning, besluitvorming en procedurele regels, die eenduidig kunnen worden toegepast. Door deze bundeling wordt het omgevingsrecht inzichtelijk gemaakt voor de burger én voor het bevoegd gezag. Bovendien leidt dit tot kostenbesparing en minder onderzoekslasten en worden plannen, besluiten en onderzoeken digitaal raadpleegbaar. De administratieve en bestuurlijke lasten worden minder. Deze winsten worden ook gerealiseerd door de onderliggende algemene maatregelen van bestuur en de ministeriële regelingen.

Instrumenten

In de Omgevingswet worden een aantal nieuwe instrumenten geïntroduceerd. Deze instrumenten zorgen voor ondersteuning bij de totstandkoming van omgevingsbeleid, instrumenten voor de doorwerking van beleid en regels die gericht zijn tot de initiatiefnemers.

Met de Omgevingswet zal onder andere afscheid worden genomen van de figuur van het bestemmingsplan en de beheersverordening. Circa 50.000 bestemmingsplannen moeten worden omgesmolten naar zo’n 400 omgevingsplannen. Ook komt er de figuur van de omgevingsverordening. In een omgevingsverordening worden op provinciaal en gemeentelijk niveau algemene regels en vergunningplichten vastgelegd. Verder wordt de figuur van de omgevingsvergunning verder aangescherpt.

Advies Raad van State

De Afdeling Advisering van de Raad van State is geconsulteerd over het wetsvoorstel. Zij hebben daarbij een aantal kritische noten gezet. Zij ziet wel mogelijkheden om het omgevingsrecht in één wet te codificeren, maar in de huidige vorm biedt het daarvoor nauwelijks aanknopingspunten. De uitvoeringsregelingen zullen hiervoor de uitkomst moeten bieden. Verder stelt zij vast dat de regels waaraan burgers en bedrijven gebonden zijn, niet in het wetsvoorstel zijn opgenomen. Ook blijkt uit het voorstel onvoldoende hoe de wettelijke taken en bevoegdheden over het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten worden verdeeld. OP basis van die en nog enkele andere constateringen stelt zij zich op het standpunt dat het wetsvoorstel in de huidige vorm haar doel mist.